maandag 17 oktober 2022

Vrouwenpalet

Gister toog ik naar Drachten, naar een museum met de lichtelijk imbeciele naam Dr8888. Je vraagt je af wie zo’n naam bedenkt en vermoedt dat er een of andere flitsende reclamejongen achter zit. Audi voor de deur, coke in de neusgaten en een jaarsalaris waarmee je flink kunt speculeren op de huizenmarkt. Maar dat zijn mijn vooroordelen…In het museum hing de expositie Vrouwenpalet: Haar Kunst, Haar Verhaal 1900-1950.



 Nu is Drachten een plaats waar ik geen fijne herinneringen aan heb. Als ik vroeger ging liften van Groningen naar Sneek of vice versa en ik werd daar gedumpt, dan wist ik zeker dat het een langdurige kwestie zou gaan worden en vaak had ik ook al mijn geld verzopen, dus een strippenkaart kopen was niet aan de orde.

 Bovendien is mijn vader in Drachten gecremeerd. Nu is het niet zo dat ik destijds overliep van verdriet, maar mijn pa had even geregeld dat er een liedje gedraaid werd dat mijn moeder flink krenkte en ons, zijn kinderen, erbij. Mijn moeder had hem verlaten, maar was wel zo beschaafd om naar de uitvaart te komen.

 In mijn vaders universum was alleen hijzelf belangrijk: hijzelf was het grote slachtoffer van de wereld en de gevoelens van andere mensen deden er niet toe. Ik neig ertoe om hem psychopaat te noemen; voor de buitenwereld was hij de keurige meneer, maar thuis een tiran en vooral mijn moeder moest het stevig ontgelden.

Pa was bovendien een viezerik. Wij woonden aan een kanaal en als de pubervriendinnen van mijn broer kwamen zwemmen en zonnebaden stond pa voor het achterraam te likkebaarden en de grootte van hun borsten te becommentariëren. Is het wonder dat ik soms nogal beschermend naar vrouwen toe ben? Wat natuurlijk ook niet helemaal fris is…

 Nu ben ik een enorme liefhebber van kunst van begin twintigste eeuw, geen kenner, dus verwacht van mij geen lange theoretische beschouwingen, ik laat me leiden door mijn smaak. Ik was erg nieuwsgierig naar deze tentoonstelling en vond het bovendien komisch ironisch dat het in de plaats was waar ik afscheid nam van mijn vader.

 Museum Dr8888 bevindt zich in het centrum van Drachten in een voormalig Franciscaner klooster. Ik kende Charley Toorop en Alida Pott, maar van de andere kunstenaars in deze tentoonstelling had ik nog nooit gehoord.  Ik kan niets anders zeggen dat ik zowel het museum, de collectie en het personeel een verademing vond. Welk een pracht. Ik voeg een link bij omdat ik te lui ben om alles te beschrijven. Het is maandag, het regent en mijn kop loopt om van andere zaken, vandaar. Wees er snel bij, de tentoonstelling loopt nog tot 20 november.

https://museumdrachten.nl/tentoonstelling/vrouwenpalet

 Opvallend was wel dat de meeste exposerende vrouwen socialistische denkbeelden aanhingen en ook geloofden in de verheffing van de mens. Waarschijnlijk is het daarom maar goed dat ze niet meer mee hoeven te maken dat er een politicus in de Tweede Kamer zit die verkondigt dat vrouwen het liefst hard genomen worden en dat die man ook nog bij een groot deel van het volk immens populair is. En dat vrouwen nog steeds niet volledige zelfbeschikking over hun lichaam hebben, integendeel, de klok wordt teruggedraaid. En dat er nog steeds een glazen plafond is.

 Is het arrogant van me om te stellen dat ik die teleurstelling wel voor hen draag?

 © Lammert Voos

NB. De catalogus van de tentoonstelling is te bestellen bij Waanders, Zwolle en zeer de moeite waard.

 

zondag 9 oktober 2022

Kleur bekennen

Om mijn chagrijn te bestrijden toog ik naar het Groninger Museum, zonder daadwerkelijk te weten wat er geëxposeerd werd, de permanente tentoonstelling van werk van De Ploeg is immers genoeg reden om op te vrolijken, zo dacht ik. 

Helaas had ik niet gerekend op de mensenmassa die zich in het museum verzameld had, omdat ze gratis naar binnen mocht, dit in het kader van de vriendenloterij. Nu ben ik als overtuigd Sociaaldemocraat voor de verheffing van de massa, maar dan toch bij voorkeur als ik niet in de buurt ben. Ik mocht nu wel een fijne doorsnede van de middenklasse van ons land aanschouwen. Een attractie op zich: mensen die zich doorgaans in ANWB-windjacks hullen, die neerkijken op mensen die het huilende zigeunerjongetje mooi vinden (ik), omdat zij weten wie Anton Pieck is en zelf boeken van Rien Poortvliet in de kast hebben staan, naast Konsalik en Baantjer.

 Het aanbod was aan de doelgroep aangepast, zo leek het. Kleur was het thema en dat was een mooie gelegenheid om werken uit de eigen collectie ten toon te stellen. Dat ging als volgt: men neme een pot groene verf, schildert de muren daarmee en hangt daar dan werk aan met overwegend het sterk contrasterende rood als hoofdkleur. En zo gaan we dan met verschillende kleuren langs verschillende zalen. Maar voor mij werkte dit niet. Of dat nu kwam door de drukte of het gebrek aan eenheid in het aanbod, ik weet het niet. Ik miste diepgang en het enige wat ik ervan onthield waren werken die ik al kende van Warhol, Anton Corbijn en mijn held Werkman.



Hoe anders was dat bij mijn vorige bezoek aan dit museum, bij JR: Chronicles. JR is een Franse kunstenaar die middels straatkunst, fotocollages en video’s een wereld laat zien die voor veel mensen onzichtbaar is. Uit de catalogus: “Al meer dan 20 jaar maakt JR kunstwerken in de openbare ruimte. Met maatschappelijk betrokken kunstprojecten zoals Women Are Heroes en Kikito, vraagt hij aandacht voor mensen en gemeenschappen die niet altijd goed zichtbaar zijn en geeft ze een platform voor hun verhaal. Dit doet hij bijvoorbeeld door meer dan levensgrote portretten te maken, die hij – soms illegaal – in de openbare ruimte opplakt.”

 Deze tentoonstelling zal me mijn leven lang bij blijven.



Ik ben snel overprikkeld, was het daarom dat ik het nieuw aangeschafte werk van Werkman niet kon vinden? Was het daarom dat ik Bittersweet Legacy, Black in Groningen, waar schrijfbroeder Vamba Sherif teksten voor leverde, compleet over het hoofd zag? Wel zag ik nog de tentoonstelling over de 350ste verjaardag van het ontzet van Groningen. Hoewel ik een geschiedenisnerd ben, maakte het weinig indruk op me. Een verzameling curiosa, een ijzeren helm, een kanon, wat portretten en teksten zonder enige verdieping; nee, doe mij dan maar een boek.

 Het opmerkelijkste was nog wel de dame die een hand op mijn schouder legde en amicaal tegen me begon te doen en vervolgens vroeg waar ik woonde. Ik was te verbouwereerd om direct verontwaardigd te zijn. Mocht ik mij andersom zo tegenover haar hebben gedragen, dan had ik morgen ongetwijfeld weer in de krant gestaan, maar ik sla dit keer maar even over.

 © Lammert Voos

 

 

 

 

maandag 3 oktober 2022

This Ain't Johnny Doe.

Afgelopen donderdag zag ik dat hij/zij/anders was gebroken, gemold, in ieder geval aangeslagen. Gebroken op de enkel die hem/haar/anders overeind houdt. Alleen het stuk RVS dat mee was gegoten hield het nog recht. Dat deed pijn. Het was de zevende keer dat in Zandvoort een beeld van mij het onderspit dreigde te delven.

This Ain't Johnny Doe kon zo niet blijven staan. Het gevaar van een welhaast onherstelbare beschadiging was te groot. Een breuk als dit ontstaat natuurlijk niet vanzelf.
Volkomen vertwijfeld en lichtelijk in paniek belde ik donderdag met de gemeente Haarlem waar Zandvoort administratief onder valt. Wat ik eigenlijk al wist werd mij opnieuw snel duidelijk. We kopen het wel aan, we zetten het ergens neer. Maar eigenlijk weten we niet zo goed waarom we dat eigenlijk doen. En hoe belangrijk is het?
Door de telefoniste werd ik, ondanks de door mij genoemde urgentie, doorverwezen naar de website Melding Openbare Ruimte. Dan zouden ze daar ergens volgende week wel zien hoe dit opgelost zou gaan worden. Ik stond met mijn bek zonder tanden. Machteloos aan de telefoon. Uiteindelijk, na lang aandringen, wilde de receptioniste mij wel door verwijzen naar de afdeling Handhaving. Die zouden mogelijk wel een kijkje kunnen nemen. Handhaving weet tenslotte alles over bronzen beelden.
De telefoon ging, vol verbijstering, op de haak. Ik spoedde mij vervolgens naar het gemeentehuis in Zandvoort. Daar zou men wel raad weten, actie ondernemen, ik wist het zeker. Tot mijn verbijstering had daar waar vroeger iemand met kennis van het ambtenarenapparaat achter de receptie zat nu een beveiligingsambtenaar die niet verder kwam dan 'Hiervoor ga je het beste naar de politie om aangifte te doen' plaats genomen. Op mijn vraag of hij mij in verbinding kon stellen met een ambtenaar die gemachtigd was om in deze actie te ondernemen kwam het antwoord dat hij geen flauw idee had wie hij daarvoor moest bellen. En dat ik een beetje kalm moest doen en vooral niet zoveel stennis moest maken.
Dit was het moment dat ik met mijn hoofd tegen een muur begon te rammen.
Lang verhaal kort. Uiteindelijk heb ik via via de betreffende ambtenaar kunnen bereiken. En deze ondernam ook actie, de volgende dag zou een en ander geregeld zijn.
Het is vrijdagmiddag. Tot mijn verbazing staat Johnny nog steeds op zijn/haar/anders pleintje. Om half zeven ontvang ik een appje met de boodschap dat zij/hij/anders is gerepareerd, weer veilig is en weer fraai staat te zijn. Ik kan het bericht niet goed bevatten. Een dergelijke beschadiging repareer je niet tussen neus en lippen door. De volgende dag, zaterdag, ging ik kijken. En ja hoor. Het was weer gelast. Toppie. Er zaten dan wel luchtgaten in het laswerk en rondom de las was alles wat aan haar/hem/anders bruin moest zijn groen uitgeslagen. Er zaten in enen wat deuken in de enkel maar ach, wie ziet dat? En maakt het eigenlijk uit? Kortom, de firma OpenbareBeeldenZetJeHetBestinHetRiool had de reparatiewerkzaamheden uiterst voortvarend uitgevoerd.
Stel je eens voor dat gemeentes op deze manier omgaan met kunstaankopen voor een museum. Stel je voor dat in de ochtend een scheur wordt ondekt in een prachtig schilderij aldaar. Stel je voor dat vervolgens de plaatselijke behanger wordt gebeld om dat even snel te lijmen. De wereld zou te klein zijn. En terecht.
In Zandvoort en Haarlem heeft openbare kunst de status van wipkip, prullenbak, lantaarnpaal. Openbaar toilet. Ik kan wel janken.

zaterdag 1 oktober 2022

Futurisme in Twente, niksisme in de wereld.

Ik ben er nooit zeker van of ik de dingen wel goed begrijp en ik pretendeer ook niet dat ik veel weet of een goede smaak heb. Wel dat ik iets heb wat op een smaak lijkt. Ik weet wat ik mooi vind en wat niet. Ik heb een museumjaarkaart en ik zal hem gebruiken ook.

 Het valt Rijksmuseum Twenthe te prijzen dat ze het aandurfden een expositie te organiseren van kunst gebaseerd op het futuristisch manifest van 1909 van de Italiaanse dichter Filippo Tommaso Marinetti. Zijn werk valt immers niet los te zien van het fascisme van Mussolini en verheerlijkt het voeren van oorlog. Is het propaganda of kunst? Ik denk beide. Saillant detail: de eerste kunstenaars die het manifest aanhingen meldden zich aan als vrijwilligers in de eerste wereldoorlog en sneuvelden allemaal. En wie zegt dat ironie niet bestaat? Ik denk overigens dat Marinetti zelf nooit in een oorlog gezeten heeft, maar misschien heb ik het mis, hij bleef in ieder geval tot zijn dood aanhanger van Mussolini.

 Wie dat aanvankelijk ook was, was schrijver en oorlogscorrespondent Curzio Malaparte, hij deed zelfs mee met de mars op Rome door Mussolini en zijn fascisten. Hij viel echter uit de gratie en kwam geregeld in de problemen door zijn kritische opstelling. Hij was correspondent tijdens de inval door de Duitsers in Rusland en kende de oorlog door en door en schreef daar het bloedstollende boek Kaputt over. Hij schreef daarover zelf: "Kaputt is een vreselijk wreed en vrolijk boek. Zijn wrede vrolijkheid is de vreemdste ervaring die ik uit het schouwspel van Europa in de loop van deze oorlogsjaren heb opgedaan". Malaparte sympathiseerde later met het communisme en is naar verluidt de favoriete schrijver van Jan Cremer, die merkwaardig afwezig was in het museum. Ik begrijp dat niet. Maar goed, vandaar eveneens de associatie met Malaparte.

 Wat ik opvallend van de beeldtaal van de fascisten vind, is dat die zo veel lijkt op die van de Nazi’s en op de Agitprop van de Sovjets. Het is de beeldtaal van de apenrots, van de perfecte lichamen en hoofden, de beeldtaal van de fysiek perfecten, waarin geen ruimte is voor mensen die het minder getroffen hebben in het leven. Mensen met een vlekje zogezegd, of mensen die niet aan de ideaalbeelden voldoen.

Ik kan het niet helpen, ik ben een beetje een raar mannetje, maar ik moest ook denken aan de reclames op tv. Altijd stereotiep, mensen zijn fantastisch gebouwd, als uit marmer gehouwen, de rollenpatronen liggen vast. Als er iets moet worden gepromoot wat tropisch aandoet trekken we wat gekleurde medemensen uit de kast, vrouwen doen de was, mannen gaan naar de bouwmarkt, ondergoed is er alleen voor godenzonen en dochters, en ga zo maar door. Ik zal niet zeggen dat reclame fascistoïde is, maar denken doe ik het wel.

 





© Lammert Voos

  

Bevreemding

  Het is best triest dat door de verbijstering van het verpleeghuispersoneel pas goed tot me doordrong wat voor leven mijn moeder gehad had....