Doorgaan naar hoofdcontent

Bevreemding


 

Het is best triest dat door de verbijstering van het verpleeghuispersoneel pas goed tot me doordrong wat voor leven mijn moeder gehad had. In haar verwardheid had ze de verhalen uit haar jonge jaren aan haar verzorgers verteld, die op hun beurt aan ons vroegen of die verhalen echt waar waren. Ja, die waren waar. Ma had het steeds over mijn vader gehad, nooit over haar tweede man, die weliswaar ook geen aangenaam sujet geweest was, maar haar zeker niet zo behandeld had als mijn vader. 

Ik herinner me mijn eigen therapieën. Als ik behandelaars vertelde hoe het vroeger bij ons thuis was, waren die vaak ook ernstig geschokt. Ik ging er eigenlijk tot die tijd vanuit dat het normaal was en begreep niet goed waarom ik me altijd zo akelig voelde en waarom ik mijn leven zo aan het verkloten was. Ik kreeg er maar geen grip op.

 Let wel, ik ben geen slachtoffer, het is wat het is, het heeft me gevormd, ik kijk er met afstand op terug en prijs me gelukkig dat ik uit de afgrond heb weten te klauteren. Ik realiseer me heel goed dat dit niet iedereen gegeven is en met wat geluk heb ik nog twintig goede jaren voor de boeg.

 Toch zijn er nog momenten dat ik het moeilijk heb, bij periodes met veel migraine bijvoorbeeld, maar dat staat in geen verhouding tot het leven dat mijn moeder geleefd heeft. Hoewel ik een moeizame relatie met haar had weet ik tegenwoordig met zachtheid naar haar te kijken, heb ik alle oordelen laten varen. Ik bezoek geregeld de plek waar haar as is uitgestrooid en sta daar even stil, letterlijk en figuurlijk.

Dat ik naast haar zat tijdens haar sterven was niet alleen voor haar, realiseer ik me nu, het was ook voor mijzelf. Sindsdien durf ik ook met mildheid terug te kijken op mijn eigen leven. Ik heb best veel verkeerd gedaan, maar had ik een keuze? Ik heb mezelf in de nacht van haar sterven eveneens vergeven.

 © Lammert Voos

 

Reacties

Een reactie posten

Populaire posts van deze blog

The importance of being Ernst

    Steeds meer van mijn verleden sterft. Los van mijn kwijnende hersencellen sneuvelen er geregeld oude vrienden. Deze week was dat Ernst Langhout, die er mede voor zorgde dat ik zanger werd. Hij en zijn toenmalige partner Arina bezaten een boerderij bij het dorp Gauw waar hijzelf met zijn new wave band The Visitor oefende. Samen vonden zij dat mijn vrienden Jan, Peter, mijn vriendin Robijn en ik een echte band moesten worden en regelden ze een optreden in het voorprogramma van Claw Boys Claw. We mochten oefenen op de boerderij met de versterkers van The Visitor en bovendien hun drummer Bertus lenen. Het succes van dat voorprogramma zorgde voor een aantal hectische jaren met als hoogtepunt het voorprogramma van de Amerikaanse hardcore band Hüsker Dü. Peter was toen al gestopt en vervangen door Robin. We bleven al die jaren oefenen op de boerderij, maar hadden inmiddels wel eigen versterkers gekocht.   In de pauzes van die oefensessies gingen we altijd brandnetelt...

ADD, de eeuwige omweg

  Naast chronische migraine heb ik nog een hersenaandoening, namelijk een vorm van ADHD. Er zijn vele vormen van dit fenomeen en het is echt niet zo dat ik komiek heb willen worden, zoals Bert Visscher of Jochem Meyer. Ik raas ook niet rond door het huis, spring niet van stoel naar stoel, hang niet aan de lampen en heb geen ongebreidelde energie. Integendeel.   Bij mij gebeurt het allemaal in mijn hoofd. Ik ben snel afgeleid en heb moeite met mijn concentratie. Daarbij heb ik dwanggedachten en maak gedachtesprongen die andere mensen niet kunnen volgen. Ik wil morgen op de fiets naar Lauwersoog. Dat is een lange rechte weg, maar ik hoop dat het niet regent.   Schrijven kost me enorm veel energie, omdat ik dan gedwongen ben om me met slechts één zaak tegelijk bezig te houden. Meestal lig ik op de bank te bedenken wat ik zal schrijven en dan in een uitbarsting van gebundelde energie klap ik het op papier. Ik heb ook best zin in een gebakken visje of een zoute haring.   ...

Busje komt zo

  Het is heel kinderachtig van me, maar ik ben lichtelijk in de rouw omdat ik mijn ideale auto van de hand heb gedaan. Ik heb de grote en luxe Toyota Avensis ingeruild tegen een koekblikje, omdat we een busje hebben gekocht. Ik heb met de Toyota veel avonturen beleefd en lange reizen gemaakt en nooit liet hij me in de steek. Maar ik heb hem niet meer nodig en onze portemonnee heeft ook een bodem. Toch schrijnt het. Mijn jongensdroom over het scheuren met een dikke Camaro over een circuit raakt steeds verder uit beeld.   We hopen met het busje direct na de kerstdagen weer naar het zuiden te reizen, weg van het miezerige weer en de jaarlijkse burgeroorlog van eind december. Ik haat vuurwerk en onze hondjes doen dat waarschijnlijk nog meer. Ik blijf het onvoorstelbaar vinden dat die vuurwerktroep niet verboden is. Ieder jaar weer kost het de samenleving miljoenen. Men blijft het non-argument van een traditie maar gebruiken.   Ik ben nog steeds erg gammel en heb weinig energi...