Doorgaan naar hoofdcontent

Kleur bekennen

Om mijn chagrijn te bestrijden toog ik naar het Groninger Museum, zonder daadwerkelijk te weten wat er geëxposeerd werd, de permanente tentoonstelling van werk van De Ploeg is immers genoeg reden om op te vrolijken, zo dacht ik. 

Helaas had ik niet gerekend op de mensenmassa die zich in het museum verzameld had, omdat ze gratis naar binnen mocht, dit in het kader van de vriendenloterij. Nu ben ik als overtuigd Sociaaldemocraat voor de verheffing van de massa, maar dan toch bij voorkeur als ik niet in de buurt ben. Ik mocht nu wel een fijne doorsnede van de middenklasse van ons land aanschouwen. Een attractie op zich: mensen die zich doorgaans in ANWB-windjacks hullen, die neerkijken op mensen die het huilende zigeunerjongetje mooi vinden (ik), omdat zij weten wie Anton Pieck is en zelf boeken van Rien Poortvliet in de kast hebben staan, naast Konsalik en Baantjer.

 Het aanbod was aan de doelgroep aangepast, zo leek het. Kleur was het thema en dat was een mooie gelegenheid om werken uit de eigen collectie ten toon te stellen. Dat ging als volgt: men neme een pot groene verf, schildert de muren daarmee en hangt daar dan werk aan met overwegend het sterk contrasterende rood als hoofdkleur. En zo gaan we dan met verschillende kleuren langs verschillende zalen. Maar voor mij werkte dit niet. Of dat nu kwam door de drukte of het gebrek aan eenheid in het aanbod, ik weet het niet. Ik miste diepgang en het enige wat ik ervan onthield waren werken die ik al kende van Warhol, Anton Corbijn en mijn held Werkman.



Hoe anders was dat bij mijn vorige bezoek aan dit museum, bij JR: Chronicles. JR is een Franse kunstenaar die middels straatkunst, fotocollages en video’s een wereld laat zien die voor veel mensen onzichtbaar is. Uit de catalogus: “Al meer dan 20 jaar maakt JR kunstwerken in de openbare ruimte. Met maatschappelijk betrokken kunstprojecten zoals Women Are Heroes en Kikito, vraagt hij aandacht voor mensen en gemeenschappen die niet altijd goed zichtbaar zijn en geeft ze een platform voor hun verhaal. Dit doet hij bijvoorbeeld door meer dan levensgrote portretten te maken, die hij – soms illegaal – in de openbare ruimte opplakt.”

 Deze tentoonstelling zal me mijn leven lang bij blijven.



Ik ben snel overprikkeld, was het daarom dat ik het nieuw aangeschafte werk van Werkman niet kon vinden? Was het daarom dat ik Bittersweet Legacy, Black in Groningen, waar schrijfbroeder Vamba Sherif teksten voor leverde, compleet over het hoofd zag? Wel zag ik nog de tentoonstelling over de 350ste verjaardag van het ontzet van Groningen. Hoewel ik een geschiedenisnerd ben, maakte het weinig indruk op me. Een verzameling curiosa, een ijzeren helm, een kanon, wat portretten en teksten zonder enige verdieping; nee, doe mij dan maar een boek.

 Het opmerkelijkste was nog wel de dame die een hand op mijn schouder legde en amicaal tegen me begon te doen en vervolgens vroeg waar ik woonde. Ik was te verbouwereerd om direct verontwaardigd te zijn. Mocht ik mij andersom zo tegenover haar hebben gedragen, dan had ik morgen ongetwijfeld weer in de krant gestaan, maar ik sla dit keer maar even over.

 © Lammert Voos

 

 

 

 

Reacties

Populaire posts van deze blog

Nick Cave en ik

  Is dit een essay? Ik weet het niet zo goed. Maar verwacht van mij geen zogenaamd intelligente analyse van zijn teksten en muziek, dat zou speculatie en interpretatie zijn en dus alleen gewichtdoenerige flauwekul. Maar laat ik eerst maar eens beginnen bij het begin.   Ergens begin jaren tachtig hoorde ik op de zolderkamer van mijn vriend Jan Drunk on the Popes Blood, een EP van een Australische band die The Birthday Party heette. Een zware bas stuwde luid krassende feedback gitaren voort, boven dit minimalistische pandemonium schreeuwde, huilde en krijste een maniakale zanger uit die luisterde naar de naam Nick Cave. Ik was verkocht. Die woede, dat was de mijne. De agressie van de band oversteeg die van de punk, ging veel dieper, was veel gevaarlijker en oncontroleerbaarder.   Dat wilde ik dus ook. Ik was ook kwaad op de wereld, op volwassenen, voelde me machteloos in een verwarrende wereld. Dus Jan hanteerde de bas, ik de gitaar en een andere vriend van ons, Pe...

Het zal wel loslopen

  Wij wonen vlakbij een groot natuurreservaat, namelijk het Lauwersmeergebied. Naast een vogelparadijs zijn hier reeën, damherten, dassen, vossen, hazen, konijnen, diverse marterachtigen, otters en diverse soorten vlinders, waterjuffers, kleine knaagdieren en andere insecten. Een aantal van de broedvogels alhier staat op de rode lijst. En dan hebben we het nog niet eens over alle zeldzame planten, zoals orchidee en parnassia. Hoewel er een aantal hondenlosloopgebieden zijn, ligt het voor de hand dat   honden hier aangelijnd moeten.   Hoewel ik hondenliefhebber ben, ben ik ook natuurliefhebber en ik zou het dan ook niet in mijn bolle kop halen om mijn honden los te laten lopen. Zo niet De Moderne Toerist. Deze flikkert zijn afval zo van zich af, spuit insecticide tegen muggen, zich niet realiserend dat dit ook ander insecten vermoordt, parkeert camper of auto naar believen, vervuilt het viswater met lood en laat honden overal loslopen en ruimt geen stront. Hij ruimt zi...

The importance of being Ernst

    Steeds meer van mijn verleden sterft. Los van mijn kwijnende hersencellen sneuvelen er geregeld oude vrienden. Deze week was dat Ernst Langhout, die er mede voor zorgde dat ik zanger werd. Hij en zijn toenmalige partner Arina bezaten een boerderij bij het dorp Gauw waar hijzelf met zijn new wave band The Visitor oefende. Samen vonden zij dat mijn vrienden Jan, Peter, mijn vriendin Robijn en ik een echte band moesten worden en regelden ze een optreden in het voorprogramma van Claw Boys Claw. We mochten oefenen op de boerderij met de versterkers van The Visitor en bovendien hun drummer Bertus lenen. Het succes van dat voorprogramma zorgde voor een aantal hectische jaren met als hoogtepunt het voorprogramma van de Amerikaanse hardcore band Hüsker Dü. Peter was toen al gestopt en vervangen door Robin. We bleven al die jaren oefenen op de boerderij, maar hadden inmiddels wel eigen versterkers gekocht.   In de pauzes van die oefensessies gingen we altijd brandnetelt...