Doorgaan naar hoofdcontent

Zuurdijk, de Boerenrepubliek.

 



 Ten oosten van Zoutkamp, zuidelijk van Leens en noordelijk van Electra en het Reitdiep ligt het gehucht Zuurdijk dat eigenlijk uit vier delen bestaat. Eerst komt Ewer, een verzameling boerderijen dat op een terp ligt. Hier zou vroeger een Borg hebben gestaan. Dan de kern met de kerk, de molen, de voormalige school en het voormalig café. En dan nog  1e Nijhoezen en 2e Nijhoezen, twee linten bestaande uit voormalige arbeidershuisjes. Veel in Zuurdijk is voormalig.

 

Ooit waren de boeren hier ontzaglijk rijk en werd de streek de Boerenrepubliek genoemd. De polders rond het dorp waren vruchtbaar en de landbouw was winstgevend. Niet dat de arbeiders daar van profiteerden, maar de mechanisatie veranderde alles. Oost-Groningen had toen de rol van grootste graanproducent van Nederland al overgenomen.

 

Ik ben geboren in het dorp Eenrum, maar voel me meer verbonden met Zuurdijk. Mijn grootouders, een tante en diverse jonggestorven kinderen van mijn grootouders liggen er op het kerkhof. De as van mijn moeder is er (illegaal) over de graven van haar ouders uitgestrooid. Mijn ouders woonden naast elkaar in 1e Nijhoezen. Mijn zusters en broer zijn op Zuurdijk geboren. Ik was echter een nakomertje en mijn ouders waren inmiddels verhuisd.

 

Twee ooms van mij bestierden achtereenvolgens het dorpscafé. Eén van hen was een plaatselijke legende. Hij was een broer van mijn moeder en erg populair bij vrouwen. Hij was keeper bij de Zoutkamper voetbalclub Zeester. We zaten eens op een terras in Zoutkamp en toen ik aan een aantal plaatselijke drinkers vertelde wie mijn oom was, kwamen de sterke verhalen over hem los. Bijvoorbeeld dat hij nooit te beroerd was om tegenstanders een doodschop te geven en daarbij geregeld te ver ging.

 

Hoewel de grote boerderijen rond Zuurdijk er nog staan, waaronder een aantal in de prachtige stijl van de Amsterdamse school gebouwd, ademt het dorp vergane glorie. De huisjes liggen als eenzame scheepjes in een zee van akkers. (Ik heb deze metafoor geloof ik al eens eerder gebruikt) Sommige worden nog bewoond door lokale inwoners, maar er woont veel import in het dorp. De huizen waren er immers ooit goedkoop.

 

Ik fiets nog regelmatig door Zuurdijk en bezoek dan het graf van mijn grootouders en mijn moeder. Zelfs het kerkhof confronteert je met het verschil tussen de armoedige arbeiders en de rijke boeren. Ik zie het scheefgezakte marmeren steentje van mijn opa en dan de enorme gedenktekens van de boeren, vaak Torringa’s. Ik voel het verleden van mijn familie aan me trekken. Ik voel de binding met de onrechtvaardigheid van deze streek en voel me er gek genoeg enorm thuis.

 

Toch zou ik nooit in Zuurdijk willen wonen, ik zou dan het gevoel hebben terug te gaan naar het verleden en mijn ouders hebben juist heel hard gewerkt om los te komen van deze erfenis. Ik ben de armoede voorbij.

 

© Lammert Voos

 

 

 

 

Reacties

Populaire posts van deze blog

Een eindejaarsverhaal

  Aan de rand van de woestijn, in een oase, stond een kleine karavanserai waar vermoeide reizigers hun kamelen konden drenken en zelf uitrusten en zich konden spijzen met dadels en geitenvlees. Het water uit de put was zuiver en zoet, de herbergier een lankmoedig en wijs man. Zo wijs dat hij liever wilde dat zijn mooie dochter gelukkig was, dan dat hij haar uithuwelijkte aan de rijke koopmannen die om haar hand dongen.  Op een goede dag kwam een stoffige zwerver uit de woestijn gesloft, zijn kleren gescheurd, zijn baard vol knopen.             ‘Broeder,’ zo vroeg hij de herbergier, ‘ik ben in de woestijn beroofd van mijn dieren, mijn handel en mijn laatste dirhams, maar ik heb honger en dorst, kunt u mij helpen?’             De herbergier wist dat goede daden altijd beloond werden en hij laafde de zwerver alsof die een hooggeëerde gast was. Wat hij niet wist, was dat de zwerver een djin...

Een fijn weekend

    Het is heel verleidelijk om te gaan zeiken over de Starbucks in de stationsrestauratie van Groningen. Na een lange reis uit Antwerpen dacht ik even een lekker kopje koffie te gaan drinken aldaar. Vroeger kwam ik er ook vaak, toen de obers er nog in een vest en geklede pantalon rondliepen en er niet al te moeilijk werd gedaan over mijn drankkegel. De obers zijn verdwenen en ik drink al bijna twee decennia geen alcohol meer. Ik kwam daar geregeld Herman Brood tegen die ’s ochtend al aan de jenever zat. Herman haalde nooit zijn vliegbrevet en mij gaat het inmiddels goed. Ik heb immers de ruimte om me te ergeren aan het Amerikaanse geknauw van de dames achter de toog en aan het kleine kopje koffie dat een halve liter slootwater bleek te zijn. Luxe ergernissen.   Ik kwam zoals gezegd uit Antwerpen waar ik de art-fair en een klein partijtje bij mijn agent Oscar bezocht. Op de art-fair heb ik me kostelijk vermaakt, maar ik voelde me wel enigszins een vreemde eend in ...

Het zal wel loslopen

  Wij wonen vlakbij een groot natuurreservaat, namelijk het Lauwersmeergebied. Naast een vogelparadijs zijn hier reeën, damherten, dassen, vossen, hazen, konijnen, diverse marterachtigen, otters en diverse soorten vlinders, waterjuffers, kleine knaagdieren en andere insecten. Een aantal van de broedvogels alhier staat op de rode lijst. En dan hebben we het nog niet eens over alle zeldzame planten, zoals orchidee en parnassia. Hoewel er een aantal hondenlosloopgebieden zijn, ligt het voor de hand dat   honden hier aangelijnd moeten.   Hoewel ik hondenliefhebber ben, ben ik ook natuurliefhebber en ik zou het dan ook niet in mijn bolle kop halen om mijn honden los te laten lopen. Zo niet De Moderne Toerist. Deze flikkert zijn afval zo van zich af, spuit insecticide tegen muggen, zich niet realiserend dat dit ook ander insecten vermoordt, parkeert camper of auto naar believen, vervuilt het viswater met lood en laat honden overal loslopen en ruimt geen stront. Hij ruimt zi...