Doorgaan naar hoofdcontent

Nick Cave en ik

 


Is dit een essay? Ik weet het niet zo goed. Maar verwacht van mij geen zogenaamd intelligente analyse van zijn teksten en muziek, dat zou speculatie en interpretatie zijn en dus alleen gewichtdoenerige flauwekul. Maar laat ik eerst maar eens beginnen bij het begin.

 

Ergens begin jaren tachtig hoorde ik op de zolderkamer van mijn vriend Jan Drunk on the Popes Blood, een EP van een Australische band die The Birthday Party heette. Een zware bas stuwde luid krassende feedback gitaren voort, boven dit minimalistische pandemonium schreeuwde, huilde en krijste een maniakale zanger uit die luisterde naar de naam Nick Cave. Ik was verkocht. Die woede, dat was de mijne. De agressie van de band oversteeg die van de punk, ging veel dieper, was veel gevaarlijker en oncontroleerbaarder.

 

Dat wilde ik dus ook. Ik was ook kwaad op de wereld, op volwassenen, voelde me machteloos in een verwarrende wereld. Dus Jan hanteerde de bas, ik de gitaar en een andere vriend van ons, Peter, drumde. Aanvankelijk op kartonnen dozen, maar tijdens een benefiet voor een jongerencentrum stonden we zowaar op een podium onder de naam Blacklung & Yellowliver. Die naam had ik ‘geleend’ uit een Lucky Luke-album. Mijn toenmalige vriendin Robijn toeterde er tamelijk stuurloos doorheen met haar saxofoon.

 

Later werden we gevraagd om het voorprogramma van Claw Boys Claw te verzorgen in het Bolwerk te Sneek. Peter was eigenlijk gitarist en nam die opnieuw ter hand. Voor de gelegenheid leenden we de drummer van The Visitor, Bertus. Ik verzon een nieuwe stomme naam, ik was immers niet serieus, namelijk Umberto di Bosso é Compadres. Ons optreden was een overdonderend succes. Zanger Peter te Bos van CBC schopte ons weer het podium op voor een toegift en hun drummer Allard regelde een aantal optredens voor ons in Amsterdam. We waren in één klap een serieuze band, zeker nadat er een lovende recensie in muziekkrant Oor verscheen over een optreden in Tilburg.



 

Inmiddels was The Birthday Party ten onder gegaan aan zichzelf, de drugsexcessen en de agressie en begon Nick Cave een solocarrière. Ik vond er weinig aan. Het gedweep met de Bijbel en het junkiegebeuren, het sprak me niet aan. Ik las een boek van hem en vond dat vooral vervelend. The ass saw the Angel heette dat en het stond ook alweer vol gedweep met het Oude Testament. Ik haakte af.

 

Ondertussen haakte ook mijn innerlijke Nick Cave af. Mijn bandgenoten konden namelijk echt spelen en  de band ontwikkelde zich snel. Peter stopte en werd vervangen door Robin. Ik geef eerlijk toe, ik kon dat niet bijbenen. Ik was geen echte muzikant, ik moest oefenen, heel veel oefenen en dat begon me intens te vervelen. Inmiddels weet ik dat ik een vorm van ADHD heb en ik niets heel lang volhou. Ik kan zomaar van de ene dag op de andere met iets stoppen en dat was het dan. Zo ging het dus ook met Umberto. We gaven nog een afscheidsconcert dat inmiddels op Spotify staat en op die opnames hoor je dat we een behoorlijk gestroomlijnde band geworden waren, ver verwijderd van de nihilistische Blacklung & Yellowliver. Ik draaide me om en verliet Sneek, de stad van mijn jeugd. Later probeerde ik nog wel wat dingen met andere muzikanten, maar nooit haalde ik weer het niveau van Umberto.

 

Cave was ik ondertussen wat uit het oog verloren. Soms hoorde ik weleens wat, maar het beklijfde niet. Behalve dan het nummer The Mercy Seat, ook met Bijbelse inslag, maar hypnotiserend. Cave zijn band Grinderman vond ik ronduit infantiel. Een vijftiger die No Pussy Blues zingt? Niet mijn kopje thee. Ik haakte weer aan bij het album Push the sky Away, dat een stuk melodieuzer was dan voorgaande platen. Wat was er gebeurd? Warren Ellis was er gebeurd, een Australische multi-instrumentalist waar Cave al een tijdje wondermooie filmmuziek mee maakte. Was het door het vertrek van Blixa Bargeld dat Ellis meer ruimte kreeg in Cave’s band The Bad Seeds?

 

Tijdens de opnames in 2015 van het album Skeleton Tree verongelukte Cave zijn vijftienjarige zoon dodelijk en dat liet zijn sporen na op de elpee. Een nummer als I need you is zo kwetsbaar dat het nauwelijks aan te horen is. Die plaat raakte me tot op het bot. Maar de opvolger Ghosteen uit 2019 kon ik in eerste instantie niet aanhoren. Het hele album was één grote rouwdienst voor zijn zoon en zo broos dat het pijnlijk is om aan te horen. Een vriend van me bekende precies hetzelfde te ervaren. Carnage uit 2021 borduurt voort op de twee voorgaande albums, maar is toch iets lichter van toon. Maar ik wilde geen Nick Cave meer zijn. Voor geen goud.

 

De laatste jaren heb ik nogal wat mensen verloren. Familie, vrienden, generatiegenoten. Robijn die ik jaren niet gesproken had en me vlak voor haar dood belde, mijn moeder, twee zwagers. Ik wist niet waar met mijn emoties naartoe te gaan. Ik slik pillen die mijn hoogste pieken en diepste dalen afvlakken en kan soms maar moeilijk bij mijn gevoel. Ook nu. Ik was verward. En ik ging de drie laatste albums van Cave weer draaien. Heel veel. Ook Ghosteen en eindelijk, eindelijk kon ik voelen wat ik voelde: diepe rouw. Geen verwarring meer, maar gewoon verdriet om al het verlies. En ik koester dat, dat verdriet is liefde. Het is er nog steeds en ik draai die albums nog steeds vaak en eerlijk gezegd vind ik ze briljant. En is dat niet wat een kunstenaar moet doen? Emoties omzetten in iets wat universeel beleefd kan worden?

 

Toen ik vertelde dat ik een stuk over Cave wilde schrijven zei Erik van den Berg (Oor) dat ik misschien beter kon wachten op het nieuwe album dat dit najaar zal verschijnen. Ik begrijp dat. Ik heb inmiddels drie nummers van dat album gehoord en Nick Cave slaat weer een andere richting in. Die van de kitsch. Ik vind het best mooi, maar ik zal het niet voor het slapen gaan draaien. Gewogen en te licht bevonden. Toch wens ik Nick Cave die lichtheid toe. Al is het alleen al voor oldtimes sake. Want we hebben toch maar mooi samen onszelf overleefd.

 

Bijbehorende playlist:

 

https://open.spotify.com/playlist/1gtLz0QXt5kuX3B2XUG1Sf?si=91cbfbac79154940

 

© Lammert Voos

 

 

Reacties

Populaire posts van deze blog

Een eindejaarsverhaal

  Aan de rand van de woestijn, in een oase, stond een kleine karavanserai waar vermoeide reizigers hun kamelen konden drenken en zelf uitrusten en zich konden spijzen met dadels en geitenvlees. Het water uit de put was zuiver en zoet, de herbergier een lankmoedig en wijs man. Zo wijs dat hij liever wilde dat zijn mooie dochter gelukkig was, dan dat hij haar uithuwelijkte aan de rijke koopmannen die om haar hand dongen.  Op een goede dag kwam een stoffige zwerver uit de woestijn gesloft, zijn kleren gescheurd, zijn baard vol knopen.             ‘Broeder,’ zo vroeg hij de herbergier, ‘ik ben in de woestijn beroofd van mijn dieren, mijn handel en mijn laatste dirhams, maar ik heb honger en dorst, kunt u mij helpen?’             De herbergier wist dat goede daden altijd beloond werden en hij laafde de zwerver alsof die een hooggeëerde gast was. Wat hij niet wist, was dat de zwerver een djin...

Busje komt zo

  Het is heel kinderachtig van me, maar ik ben lichtelijk in de rouw omdat ik mijn ideale auto van de hand heb gedaan. Ik heb de grote en luxe Toyota Avensis ingeruild tegen een koekblikje, omdat we een busje hebben gekocht. Ik heb met de Toyota veel avonturen beleefd en lange reizen gemaakt en nooit liet hij me in de steek. Maar ik heb hem niet meer nodig en onze portemonnee heeft ook een bodem. Toch schrijnt het. Mijn jongensdroom over het scheuren met een dikke Camaro over een circuit raakt steeds verder uit beeld.   We hopen met het busje direct na de kerstdagen weer naar het zuiden te reizen, weg van het miezerige weer en de jaarlijkse burgeroorlog van eind december. Ik haat vuurwerk en onze hondjes doen dat waarschijnlijk nog meer. Ik blijf het onvoorstelbaar vinden dat die vuurwerktroep niet verboden is. Ieder jaar weer kost het de samenleving miljoenen. Men blijft het non-argument van een traditie maar gebruiken.   Ik ben nog steeds erg gammel en heb weinig energi...

StomStom

  Frustratie noopt mij tot flauwe woordgrappen en dit blog dat zonder meer in zo’n consumentenprogramma kan waarin boze bejaarden hun beklag doen. Ik ben nu dus een boze bijna bejaarde. Heel boos, want voel me behoorlijk belazerd, hoewel het deels mijn eigen schuld is, want ik lijk soms erg op mijn ouweheer en wil altijd voor een dubbeltje op de eerste rang.   Ik wilde navigatie in ons nieuwe busje. Google Maps was niet goed genoeg (waarom eigenlijk niet?). Een goede Carplay set vond ik te duur, dus ik kocht een TomTom, met gratis update! Nu zeg ik zelf altijd dat gratis niet bestaat en ik tuinde er toch in. Het was namelijk zo dat als je die update wilde verkrijgen je er wel eerst een micro SD-kaart in moest stoppen. Die moest ik eerst kopen. Aldus gedaan, maar het apparaat kon hem niet vinden. Nog een micro-SD gekocht, wellicht was de eerste niet goed, maar ook die was niet te vinden door het apparaat.   TomTom had de oplossing: bij hen een SD-kaart kopen met de...