Doorgaan naar hoofdcontent

Meedeinen

 

Foto Lammert Voos

Het is deze week tot dusver een week met veel menselijke interactie geweest en daar word ik niet perse vrolijker van. Wel heel moe, want ik ben snel overprikkeld. Maandag hadden we een verjaardagetentje bij een vriendin en dinsdag werd ik gebeld door een dierbare vriend uit Deventer. Hij en zijn vrouw waren woensdag op Lauwersoog en gingen met een avondtocht met de ZK9 naar de Engelsmanplaat. Ik appte schipper Eppo of mijn mevrouw en ik nog meekonden en dat kon.

 

Lang verhaal kort: de tocht was zo geweldig dat ik vandaag in het spreekwoordelijke gat viel. Ik was gisteravond vergeten mijn medicijnen te nemen en dat beloonde zich met een zware migraineaanval vanochtend vroeg. Die sudderde de hele dag nog na, wellicht dat ik me daarom geestelijk ook niet senang voelde.

 

Het waaide gister stevig en dat was eigenlijk alleen maar lekker. Op de heenweg was ik al nat gespat toen we tegen de golven in voeren en ik verdacht Eppo er een moment van dat hij dat opzettelijk deed. Ik zat tegen de bakboord zijde van het schip te genieten van de deining. Stuurman en gids Jan leidde ons later over de drooggevallen Engelsmanplaat en liet zien hoe je zonder gevaar een kwal kon oppakken, namelijk aan de bovenkant. Vroeger deed ik dat ook zo met vervelende mensen. Gewoon bij de kop pakken en dan laten spartelen.

 

Op je blote voeten over zo’n plaat struinen, op het harde zand en door het slik, het is een welhaast religieuze ervaring. Maar goed, God was vandaag weer ver te zoeken. Het was donker buiten, het waaide hard, ik verveelde me, want had me ingesteld om buitenom te schilderen en qua schrijven kwam me ook niet veel uit handen. Niks eigenlijk. Nog een dikke maand, dan gaan we met een camper naar het zuiden en daar verheug ik me op. In beweging zijn, meedeinen op het ritme van de weg, wetende dat andere automobilisten je vervloeken met je trage camper. Want dat doe ik zelf ook als ik achter zo’n moderne sleurhut zit.

 

En ik denk erover om op dit blog een geregeld reisverslag te zetten. We zullen zien.

 

© Lammert Voos


  Foto: Martin Knaapen


Reacties

Populaire posts van deze blog

Nick Cave en ik

  Is dit een essay? Ik weet het niet zo goed. Maar verwacht van mij geen zogenaamd intelligente analyse van zijn teksten en muziek, dat zou speculatie en interpretatie zijn en dus alleen gewichtdoenerige flauwekul. Maar laat ik eerst maar eens beginnen bij het begin.   Ergens begin jaren tachtig hoorde ik op de zolderkamer van mijn vriend Jan Drunk on the Popes Blood, een EP van een Australische band die The Birthday Party heette. Een zware bas stuwde luid krassende feedback gitaren voort, boven dit minimalistische pandemonium schreeuwde, huilde en krijste een maniakale zanger uit die luisterde naar de naam Nick Cave. Ik was verkocht. Die woede, dat was de mijne. De agressie van de band oversteeg die van de punk, ging veel dieper, was veel gevaarlijker en oncontroleerbaarder.   Dat wilde ik dus ook. Ik was ook kwaad op de wereld, op volwassenen, voelde me machteloos in een verwarrende wereld. Dus Jan hanteerde de bas, ik de gitaar en een andere vriend van ons, Peter, drumde. A

Het zal wel loslopen

  Wij wonen vlakbij een groot natuurreservaat, namelijk het Lauwersmeergebied. Naast een vogelparadijs zijn hier reeën, damherten, dassen, vossen, hazen, konijnen, diverse marterachtigen, otters en diverse soorten vlinders, waterjuffers, kleine knaagdieren en andere insecten. Een aantal van de broedvogels alhier staat op de rode lijst. En dan hebben we het nog niet eens over alle zeldzame planten, zoals orchidee en parnassia. Hoewel er een aantal hondenlosloopgebieden zijn, ligt het voor de hand dat   honden hier aangelijnd moeten.   Hoewel ik hondenliefhebber ben, ben ik ook natuurliefhebber en ik zou het dan ook niet in mijn bolle kop halen om mijn honden los te laten lopen. Zo niet De Moderne Toerist. Deze flikkert zijn afval zo van zich af, spuit insecticide tegen muggen, zich niet realiserend dat dit ook ander insecten vermoordt, parkeert camper of auto naar believen, vervuilt het viswater met lood en laat honden overal loslopen en ruimt geen stront. Hij ruimt zijn eigen stron

Mikael en de leeuwenkuil

    Momenteel lees ik Een Adres, de geschiedenis van de joodse onderduik van Michal Citroen. Het meest schokkende van dat boek vind ik nog wel dat de Nederlandse overheid zo braaf de Duitsers behulpzaam was bij het deporteren van de joden. De regering in ballingschap(!) had verordonneerd dat ambtenaren mee moesten werken om de nazi’s niet te provoceren en zich zo veel mogelijk aan de regels te houden. Pas in 1943 kwam er massaal verzet, maar toen waren de meeste joden al afgevoerd naar Sobibor en Auschwitz. Dat kwam omdat de Duitsers Stalingrad en Afrika verloren hadden, arbeidskrachten nodig hadden en plotseling de Nederlanders hun zonen en echtgenoten zagen afgevoerd worden naar Duitsland.   De regering in ballingschap besloot een wet aan te nemen waarin men geen onderscheid meer mocht maken tussen joden en niet-joden, maar ook daar wisten de brave ambtenaren wel raad mee. Joden die terugkeerden uit de kampen werden ‘gewoon’ behandeld en moesten nog belasting betalen over de