Ik was
nog vrij jong toen ik voor het eerst iets las van Hugo Claus, namelijk het boek
Omtrent DeeDee, dat over een familiebijeenkomst gaat die volledig uit de
hand loopt. Dat was herkenbaar. De toon was banaal, op het obscene af,
gekoppeld aan klassieke thema’s als schuld, dood en liefde. Dat wist ik toen
nog niet, destijds werd ik meegezogen door de gebeurtenissen in het boek. Sindsdien
heb ik zoveel van Claus gelezen als ik kon, met als hoogtepunt het vuistdikke Het
verdriet van België, dat wat mij betreft het absolute hoogtepunt is van de
Nederlandstalige letteren.
Voor wie het niet weet (schande!), Hugo Claus was een Vlaamse
beeldend kunstenaar, dichter, toneelschrijver, romancier en filmmaker met een
indrukwekkend oeuvre. Hij is geboren In Brugge in 1929 en stierf in Antwerpen
in 2008. Hij ging niets uit de weg en was een dankbaar object voor de
roddelbladen vanwege zijn druistige levensloop en talloze affaires met mooie vrouwen
zoals Kitty Courbois en Sylvia Kristel. Ook zijn dood, euthanasie, was een
steen des aanstoots, de conservatieve Vlaamse Katholieke kerk sprak er schande
van. Claus leed aan Alzheimer, wilde zijn persoonlijkheid niet verliezen en
behield zelf de regie.
Onlangs las ik zijn beroemde dichtbundel De Oostakkerse
gedichten terug en ik moet eerlijk bekennen dat de inhoud me soms boven de
pet gaat. Toch herken ik de schoonheid in de beelden.
Van de tijd die de nacht inrijdt
En ratelt.
Uw haar, het meeuwennest.
Uw meerschuimheuvels waarin
Getand de vrucht die splijt.
De hagedissen, de stenen spechten
Wiegen in het lover,
In het woedende lover.
Hoor op de weg de hoeven van
Het paard Begeerte vluchten,
Hoor in de weiden de korhaan, de hazenschreeuw,
De klappertandende liefde.
Het valt uitgever De Bezige Bij zeer te prijzen dat de
oorspronkelijke tekst gehandhaafd is, hier en daar is die obsceen en wellicht
vrouwonvriendelijk, maar de poëtica blijft staan als een huis. Afgezet tegen de
hedendaagse trend van Spoken Word is de blik naar buiten gericht, wordt
het landschap één met de mens, welhaast wellustig en zinnenprikkelend. Kom er
nog maar eens om in de hedendaagse dichtwereld.
Ik ben al te vaak op evenementen geweest met zogenaamde Spoken
Word en vind dat dodelijk saai. Iedereen reciteert op dezelfde zeurderige toon
en bejubelt het eigen slachtofferschap; hoor je er eentje, hoor je ze allemaal.
Ik generaliseer natuurlijk, er zijn best uitzonderingen, hele goeie
uitzonderingen, maar die zijn schaars. Doe mij maar een licht ontsporende geest
die mij in verwarring brengt, die mij beelden en gedachten brengt die mij niets
voorschrijven, maar wel aan het denken zetten.
En daarom blijf ik Hugo Claus lezen, aan zijn gedichten heb ik
tot mijn dood werk aan. Prettig werk, dat wel.
© Lammert Voos
Ha Lammert, ja, ik ook, houd zeer van de poëzie van Claus, ook al is die soms duister. Even één ding, jammer dat je het gedicht Vrouw 5 gecentreerd weergeeft. Dat zou Claus, denk ik, nooit doen. Het staat zo in ieder geval niet in De Oostakkerse gedichten.
BeantwoordenVerwijderen