Doorgaan naar hoofdcontent

De bodem

 



 

Afgelopen zondag had ik zin om in zee te gaan zwemmen, dus boekte ik voor maandag een overtocht naar Schiermonnikoog voor vrouw, hondjes en mij. Maar helaas, maandagochtend kreeg ik een heftige migraineaanval. Ik slikte een handvol pillen en we gingen toch, maar mijn zwemkleding liet ik thuis. Die pillen doen namelijk hele creatieve dingen met mijn bloedruk en hartslag en het leek me verstandiger om het kalm aan te doen.

 

Jaren geleden, op vakantie op La Gomera, leerde ik op harde wijze dat de zee geen fenomeen is om mee te spotten. Ik had geen zin om tussen andere mensen te gaan zwemmen, liep het dorp uit en vond een stille baai, waar slechts een enkele vrouw lag te zonnen. Enthousiast liep ik tot mijn middel de zee in om direct te ondervinden dat ik een grote fout had gemaakt. De stroming trok me onverbiddelijk naar de oceaan. Nu raak ik zelden in paniek en ben ik een geoefende zwemmer, maar ik dacht wel dat mijn laatste uur geslagen had. Slechts met de grootst mogelijke moeite kon ik weer op het strand komen.

 

Diezelfde vakantie ging ik mee op een dolfijnentrip met een groot jacht. Er stond eveneens een zwempartij op het programma. Ik had mijn snorkelspullen meegebracht. Jaren daarvoor had ik gesnorkeld voor de kust van Kenia, onder andere vanaf een dhow, een Arabisch zeilschip. Het koraal was prachtig en ik zag haaien, murenes en diverse kleurrijke vissen en had enorm genoten en voelde me geen moment bedreigd. Zou het nog bestaan?

 

Dus vol goede moed dook ik vanaf het jacht de oceaan in en zwom naar beneden. Onder mij was het donker, geen bodem te zien. Geen vis te zien, niets te zien, alleen duisternis. Nu raakte ik wel in paniek. Haastig zwom ik weer naar boven, naar het zonlicht. Ja, ik ben dol op goedkope symboliek. Ik klom haastig weer aan boord, waar de bemanning stond te grijnzen. Ik was de enige geweest met snorkelspullen.

 

Afijn, gister op Schier hebben we vooral veel op het strand gelopen. Toen we even lagen te rusten werd ik aangevallen door zandvlooien en nu ben ik bekaf en lig de hele dag al te slapen. Maar was het deze vermoeidheid waard?

 

Zeker.

 

© Lammert Voos

 

Reacties

Populaire posts van deze blog

Een eindejaarsverhaal

  Aan de rand van de woestijn, in een oase, stond een kleine karavanserai waar vermoeide reizigers hun kamelen konden drenken en zelf uitrusten en zich konden spijzen met dadels en geitenvlees. Het water uit de put was zuiver en zoet, de herbergier een lankmoedig en wijs man. Zo wijs dat hij liever wilde dat zijn mooie dochter gelukkig was, dan dat hij haar uithuwelijkte aan de rijke koopmannen die om haar hand dongen.  Op een goede dag kwam een stoffige zwerver uit de woestijn gesloft, zijn kleren gescheurd, zijn baard vol knopen.             ‘Broeder,’ zo vroeg hij de herbergier, ‘ik ben in de woestijn beroofd van mijn dieren, mijn handel en mijn laatste dirhams, maar ik heb honger en dorst, kunt u mij helpen?’             De herbergier wist dat goede daden altijd beloond werden en hij laafde de zwerver alsof die een hooggeëerde gast was. Wat hij niet wist, was dat de zwerver een djin...

Een fijn weekend

    Het is heel verleidelijk om te gaan zeiken over de Starbucks in de stationsrestauratie van Groningen. Na een lange reis uit Antwerpen dacht ik even een lekker kopje koffie te gaan drinken aldaar. Vroeger kwam ik er ook vaak, toen de obers er nog in een vest en geklede pantalon rondliepen en er niet al te moeilijk werd gedaan over mijn drankkegel. De obers zijn verdwenen en ik drink al bijna twee decennia geen alcohol meer. Ik kwam daar geregeld Herman Brood tegen die ’s ochtend al aan de jenever zat. Herman haalde nooit zijn vliegbrevet en mij gaat het inmiddels goed. Ik heb immers de ruimte om me te ergeren aan het Amerikaanse geknauw van de dames achter de toog en aan het kleine kopje koffie dat een halve liter slootwater bleek te zijn. Luxe ergernissen.   Ik kwam zoals gezegd uit Antwerpen waar ik de art-fair en een klein partijtje bij mijn agent Oscar bezocht. Op de art-fair heb ik me kostelijk vermaakt, maar ik voelde me wel enigszins een vreemde eend in ...

Het zal wel loslopen

  Wij wonen vlakbij een groot natuurreservaat, namelijk het Lauwersmeergebied. Naast een vogelparadijs zijn hier reeën, damherten, dassen, vossen, hazen, konijnen, diverse marterachtigen, otters en diverse soorten vlinders, waterjuffers, kleine knaagdieren en andere insecten. Een aantal van de broedvogels alhier staat op de rode lijst. En dan hebben we het nog niet eens over alle zeldzame planten, zoals orchidee en parnassia. Hoewel er een aantal hondenlosloopgebieden zijn, ligt het voor de hand dat   honden hier aangelijnd moeten.   Hoewel ik hondenliefhebber ben, ben ik ook natuurliefhebber en ik zou het dan ook niet in mijn bolle kop halen om mijn honden los te laten lopen. Zo niet De Moderne Toerist. Deze flikkert zijn afval zo van zich af, spuit insecticide tegen muggen, zich niet realiserend dat dit ook ander insecten vermoordt, parkeert camper of auto naar believen, vervuilt het viswater met lood en laat honden overal loslopen en ruimt geen stront. Hij ruimt zi...