Doorgaan naar hoofdcontent

Spit

 

De dag na de vakantie had ik zere heupen. Dacht ik. Ik kon nauwelijks uit bed komen. Tijdens de vakantie had ik verhoudingsgewijs veel gelopen en daar zat ook een wandeling bij die tamelijk steil omhoog gelopen was. Voor mij, als dikke man, een behoorlijke opgave. Maar ik haalde het. Ik dacht dat daar de oorzaak van mijn stijfheid lag.

 De dagen daarop verergerde de pijn zich. Ik kon niet zitten, niet liggen en niet bewegen. Alles was uitermate pijnlijk. Omdat mijn vader een afwijking aan zijn heup had gehad waardoor hij mank liep en hij nooit verteld had hoe dat kwam, maakte ik me best zorgen. Mijn mevrouw bracht me naar de dokter, want de pijn straalde uit naar mijn benen en ik kon niet autorijden of fietsen.

 Of ik veel autogereden had, vroeg de dokter. Ja dus. Hij draaide wat met mijn bovenlichaam, controleerde mijn reflexen en oordeelde dat het spit was. Ik zou er wel zes à zeven weken zoet mee zijn. Maar al die klussen in en om huis dan die ik nog moest doen? Kunt u wel vergeten, meneer Voos. Dat zullen we nog wel eens zien! Dacht meneer Voos.

 Omdat ik de chaos in mijn werkkamer zat was, had ik een nieuw bureau besteld. Dat moest ik zelf nog in elkaar zetten en dankzij de zware pijnstillers was ik binnen een dag weer een stuk mobieler. Dom, dom, dom, dom. Die nacht wist ik me weer geen houding te geven van de pijn en ik kreeg er nog een migraineaanval overheen, want er naderde een storm. Ik ben een wandelende barometer.

 De nacht was lang, pijnlijk en eenzaam, want mijn mevrouw en honden lagen prinsheerlijk te slapen. Dus ging ik terug naar Facebook. Mijn oude profiel was helemaal verdwenen, ik moest  helemaal overnieuw beginnen. ‘Ben jij het echt?’ werd me meerdere keren gevraagd. Dat vraag ik mezelf ook vaak af. De pijnstillers hebben als bijwerking dat je er niet van kunt slapen. En poepen.

 Ja, ik ben het echt.

 © Lammert Voos



Reacties

Populaire posts van deze blog

The importance of being Ernst

    Steeds meer van mijn verleden sterft. Los van mijn kwijnende hersencellen sneuvelen er geregeld oude vrienden. Deze week was dat Ernst Langhout, die er mede voor zorgde dat ik zanger werd. Hij en zijn toenmalige partner Arina bezaten een boerderij bij het dorp Gauw waar hijzelf met zijn new wave band The Visitor oefende. Samen vonden zij dat mijn vrienden Jan, Peter, mijn vriendin Robijn en ik een echte band moesten worden en regelden ze een optreden in het voorprogramma van Claw Boys Claw. We mochten oefenen op de boerderij met de versterkers van The Visitor en bovendien hun drummer Bertus lenen. Het succes van dat voorprogramma zorgde voor een aantal hectische jaren met als hoogtepunt het voorprogramma van de Amerikaanse hardcore band Hüsker Dü. Peter was toen al gestopt en vervangen door Robin. We bleven al die jaren oefenen op de boerderij, maar hadden inmiddels wel eigen versterkers gekocht.   In de pauzes van die oefensessies gingen we altijd brandnetelt...

ADD, de eeuwige omweg

  Naast chronische migraine heb ik nog een hersenaandoening, namelijk een vorm van ADHD. Er zijn vele vormen van dit fenomeen en het is echt niet zo dat ik komiek heb willen worden, zoals Bert Visscher of Jochem Meyer. Ik raas ook niet rond door het huis, spring niet van stoel naar stoel, hang niet aan de lampen en heb geen ongebreidelde energie. Integendeel.   Bij mij gebeurt het allemaal in mijn hoofd. Ik ben snel afgeleid en heb moeite met mijn concentratie. Daarbij heb ik dwanggedachten en maak gedachtesprongen die andere mensen niet kunnen volgen. Ik wil morgen op de fiets naar Lauwersoog. Dat is een lange rechte weg, maar ik hoop dat het niet regent.   Schrijven kost me enorm veel energie, omdat ik dan gedwongen ben om me met slechts één zaak tegelijk bezig te houden. Meestal lig ik op de bank te bedenken wat ik zal schrijven en dan in een uitbarsting van gebundelde energie klap ik het op papier. Ik heb ook best zin in een gebakken visje of een zoute haring.   ...

Busje komt zo

  Het is heel kinderachtig van me, maar ik ben lichtelijk in de rouw omdat ik mijn ideale auto van de hand heb gedaan. Ik heb de grote en luxe Toyota Avensis ingeruild tegen een koekblikje, omdat we een busje hebben gekocht. Ik heb met de Toyota veel avonturen beleefd en lange reizen gemaakt en nooit liet hij me in de steek. Maar ik heb hem niet meer nodig en onze portemonnee heeft ook een bodem. Toch schrijnt het. Mijn jongensdroom over het scheuren met een dikke Camaro over een circuit raakt steeds verder uit beeld.   We hopen met het busje direct na de kerstdagen weer naar het zuiden te reizen, weg van het miezerige weer en de jaarlijkse burgeroorlog van eind december. Ik haat vuurwerk en onze hondjes doen dat waarschijnlijk nog meer. Ik blijf het onvoorstelbaar vinden dat die vuurwerktroep niet verboden is. Ieder jaar weer kost het de samenleving miljoenen. Men blijft het non-argument van een traditie maar gebruiken.   Ik ben nog steeds erg gammel en heb weinig energi...