Doorgaan naar hoofdcontent

Poep

 Ik heb alweer drie dagen migraine en het weer is ook niet al te best. Ik ben somber. Niks nieuws onder de zon. Oh nee, er is geen zon. Ik zit vast in Aizaak. Ik heb het maar naar mijn uitgever/redacteur gestuurd voor advies. Om mezelf bezig te houden denk ik over het plot van een absurd verhaal dat voorlopig Spiegelman als titel heeft.

Afgelopen zondag zeven kilometer gelopen. Dat was ver over mijn grens. Zo meteen stap ik op de fiets om me zeiknat te laten regenen. Ik ga naar Lauwersoog om vis te vreten. Ik heb geen zin om fatsoenlijk te formuleren, puur uit chagrijn. Staccato.

Zijn er lichtpuntjes of is het allemaal poep? Over anderhalve week gaan we naar de Eiffel. Op zich heb ik daar wel zin in, maar mijn mevrouw heeft al gezien dat het dan weliswaar warmer is, maar niet droger.

Op de glamping tegenover ons is het net zo rustig als op het kerkhof ernaast. Het lijkt me ook knap koud in de onverwarmde tenten. 

Het is juni en we hebben de kachel aan. Laat ik maar stoppen, want ik zit mezelf te ontmoedigen voor het fietsen. Waar is eigenlijk mijn lange onderbroek?

 © Lammert Voos

Reacties

Populaire posts van deze blog

Nick Cave en ik

  Is dit een essay? Ik weet het niet zo goed. Maar verwacht van mij geen zogenaamd intelligente analyse van zijn teksten en muziek, dat zou speculatie en interpretatie zijn en dus alleen gewichtdoenerige flauwekul. Maar laat ik eerst maar eens beginnen bij het begin.   Ergens begin jaren tachtig hoorde ik op de zolderkamer van mijn vriend Jan Drunk on the Popes Blood, een EP van een Australische band die The Birthday Party heette. Een zware bas stuwde luid krassende feedback gitaren voort, boven dit minimalistische pandemonium schreeuwde, huilde en krijste een maniakale zanger uit die luisterde naar de naam Nick Cave. Ik was verkocht. Die woede, dat was de mijne. De agressie van de band oversteeg die van de punk, ging veel dieper, was veel gevaarlijker en oncontroleerbaarder.   Dat wilde ik dus ook. Ik was ook kwaad op de wereld, op volwassenen, voelde me machteloos in een verwarrende wereld. Dus Jan hanteerde de bas, ik de gitaar en een andere vriend van ons, Peter, drumde. A

Het zal wel loslopen

  Wij wonen vlakbij een groot natuurreservaat, namelijk het Lauwersmeergebied. Naast een vogelparadijs zijn hier reeën, damherten, dassen, vossen, hazen, konijnen, diverse marterachtigen, otters en diverse soorten vlinders, waterjuffers, kleine knaagdieren en andere insecten. Een aantal van de broedvogels alhier staat op de rode lijst. En dan hebben we het nog niet eens over alle zeldzame planten, zoals orchidee en parnassia. Hoewel er een aantal hondenlosloopgebieden zijn, ligt het voor de hand dat   honden hier aangelijnd moeten.   Hoewel ik hondenliefhebber ben, ben ik ook natuurliefhebber en ik zou het dan ook niet in mijn bolle kop halen om mijn honden los te laten lopen. Zo niet De Moderne Toerist. Deze flikkert zijn afval zo van zich af, spuit insecticide tegen muggen, zich niet realiserend dat dit ook ander insecten vermoordt, parkeert camper of auto naar believen, vervuilt het viswater met lood en laat honden overal loslopen en ruimt geen stront. Hij ruimt zijn eigen stron

The importance of being Ernst

    Steeds meer van mijn verleden sterft. Los van mijn kwijnende hersencellen sneuvelen er geregeld oude vrienden. Deze week was dat Ernst Langhout, die er mede voor zorgde dat ik zanger werd. Hij en zijn toenmalige partner Arina bezaten een boerderij bij het dorp Gauw waar hijzelf met zijn new wave band The Visitor oefende. Samen vonden zij dat mijn vrienden Jan, Peter, mijn vriendin Robijn en ik een echte band moesten worden en regelden ze een optreden in het voorprogramma van Claw Boys Claw. We mochten oefenen op de boerderij met de versterkers van The Visitor en bovendien hun drummer Bertus lenen. Het succes van dat voorprogramma zorgde voor een aantal hectische jaren met als hoogtepunt het voorprogramma van de Amerikaanse hardcore band Hüsker Dü. Peter was toen al gestopt en vervangen door Robin. We bleven al die jaren oefenen op de boerderij, maar hadden inmiddels wel eigen versterkers gekocht.   In de pauzes van die oefensessies gingen we altijd brandnetelthee of oplosko