Doorgaan naar hoofdcontent

Zelfkastijding

 



Onlangs, op weg naar mijn kleinkinderen, kwam ik langs de afslag Bakkeveen. Ik herinnerde me dat ik daar eens op schoolreisje was geweest en dat daar enorme zandduinen waren. Ik herinnerde me kleffe witte bolletjes met gebakken ei die ik wegspoelde met Fanta. Een milde vorm van weemoed maakte zich van mij meester. Ik besloot Bakkeveen opnieuw te bezoeken, helemaal toen ik vernam dat Hendrik Werkman er vlak in de buurt gefusilleerd was door de nazi’s en er een monument voor hem is. Eerste Pinksterdag was het zover. Echtgenote en honden gingen mee.

 

De lunch bestond uit brood met brandnetelpesto. Bij ons thuis doen ze alleen maar dingen met round up en brandnetels, maar ik moet toegeven dat het erg lekker was. Helaas werkte het goedje stevig op de darmen, dus wellicht dat men hier ook eerst met de gifspuit bezig was geweest. Daarna wandelden we het bos in en daar draag ik nog de sporen van, want talloze insecten vonden me een niet te versmaden hapje.

 

Ergens halverwege de route kwamen we een boswachter tegen waar we mee in gesprek kwamen. Hij vertelde dat we op één van de oudste wegen van Nederland liepen, een weg waar in vroeger tijden marskramers en hannekemaaiers overheen liepen. Hannekemaaiers waren seizoenarbeiders uit Duitsland die hier kwamen helpen met oogsten bij gebrek aan werk in hun eigen land. Geregeld kreeg er iemand een knuppel in zijn nek, want iedereen is gek op geld. De boswachter vertelde dat de reizigers tondelzwammen van de dode bomen sneden om daar een vuurtje in te bewaren. Ook vertelde hij over de Norbertijner monnik Dodo van Haske. Die kwam oorspronkelijk van Dokkum, maar mocht als kluizenaar leven op een landgoed in de buurt van Bakkeveen. Hij verzorgde leprozen en pestlijders en waar die begraven waren vond men nog vogels die om onverklaarbare redenen stierven, vertelde de boswachter. Ik ken soortgelijke verhalen over pestbosjes. Dodo was een flagellant, dat wil zeggen dat hij zichzelf geselde. Dat zouden meer geestelijken moeten doen. Ik mag dat zeggen want ik bedrijf satire. Een soort van. Dodo stierf in 1230.

 

Ik doe zelf ook aan zelfkastijding, want volg de formatie op de voet en lees de vrolijke avonturen van twee kwaadaardige nitwits, een starre twijfelaar en een opportunistische ellebogenwerker. Die laatste kondigde gister aan te verwachten dat er deze zomer weer asielzoekers op het gras zouden slapen in Ter Apel. Ja dat dankt je de koekoek, daar ben je zelf verantwoordelijk voor mens. En waarom doe je er dan niet iets aan? Ja, dat wil het volk niet. Nou zie ik mezelf ook als onderdeel van dat volk en persoonlijk krijg ik diarree van schaamte. Zo diep zijn wij, het volk, gezakt. En dat is beslist geen satire.

 

© Lammert Voos

Reacties

Populaire posts van deze blog

Een eindejaarsverhaal

  Aan de rand van de woestijn, in een oase, stond een kleine karavanserai waar vermoeide reizigers hun kamelen konden drenken en zelf uitrusten en zich konden spijzen met dadels en geitenvlees. Het water uit de put was zuiver en zoet, de herbergier een lankmoedig en wijs man. Zo wijs dat hij liever wilde dat zijn mooie dochter gelukkig was, dan dat hij haar uithuwelijkte aan de rijke koopmannen die om haar hand dongen.  Op een goede dag kwam een stoffige zwerver uit de woestijn gesloft, zijn kleren gescheurd, zijn baard vol knopen.             ‘Broeder,’ zo vroeg hij de herbergier, ‘ik ben in de woestijn beroofd van mijn dieren, mijn handel en mijn laatste dirhams, maar ik heb honger en dorst, kunt u mij helpen?’             De herbergier wist dat goede daden altijd beloond werden en hij laafde de zwerver alsof die een hooggeëerde gast was. Wat hij niet wist, was dat de zwerver een djin...

Een fijn weekend

    Het is heel verleidelijk om te gaan zeiken over de Starbucks in de stationsrestauratie van Groningen. Na een lange reis uit Antwerpen dacht ik even een lekker kopje koffie te gaan drinken aldaar. Vroeger kwam ik er ook vaak, toen de obers er nog in een vest en geklede pantalon rondliepen en er niet al te moeilijk werd gedaan over mijn drankkegel. De obers zijn verdwenen en ik drink al bijna twee decennia geen alcohol meer. Ik kwam daar geregeld Herman Brood tegen die ’s ochtend al aan de jenever zat. Herman haalde nooit zijn vliegbrevet en mij gaat het inmiddels goed. Ik heb immers de ruimte om me te ergeren aan het Amerikaanse geknauw van de dames achter de toog en aan het kleine kopje koffie dat een halve liter slootwater bleek te zijn. Luxe ergernissen.   Ik kwam zoals gezegd uit Antwerpen waar ik de art-fair en een klein partijtje bij mijn agent Oscar bezocht. Op de art-fair heb ik me kostelijk vermaakt, maar ik voelde me wel enigszins een vreemde eend in ...

Het zal wel loslopen

  Wij wonen vlakbij een groot natuurreservaat, namelijk het Lauwersmeergebied. Naast een vogelparadijs zijn hier reeën, damherten, dassen, vossen, hazen, konijnen, diverse marterachtigen, otters en diverse soorten vlinders, waterjuffers, kleine knaagdieren en andere insecten. Een aantal van de broedvogels alhier staat op de rode lijst. En dan hebben we het nog niet eens over alle zeldzame planten, zoals orchidee en parnassia. Hoewel er een aantal hondenlosloopgebieden zijn, ligt het voor de hand dat   honden hier aangelijnd moeten.   Hoewel ik hondenliefhebber ben, ben ik ook natuurliefhebber en ik zou het dan ook niet in mijn bolle kop halen om mijn honden los te laten lopen. Zo niet De Moderne Toerist. Deze flikkert zijn afval zo van zich af, spuit insecticide tegen muggen, zich niet realiserend dat dit ook ander insecten vermoordt, parkeert camper of auto naar believen, vervuilt het viswater met lood en laat honden overal loslopen en ruimt geen stront. Hij ruimt zi...