Doorgaan naar hoofdcontent

The importance of being Ernst

 



 

Steeds meer van mijn verleden sterft. Los van mijn kwijnende hersencellen sneuvelen er geregeld oude vrienden. Deze week was dat Ernst Langhout, die er mede voor zorgde dat ik zanger werd. Hij en zijn toenmalige partner Arina bezaten een boerderij bij het dorp Gauw waar hijzelf met zijn new wave band The Visitor oefende. Samen vonden zij dat mijn vrienden Jan, Peter, mijn vriendin Robijn en ik een echte band moesten worden en regelden ze een optreden in het voorprogramma van Claw Boys Claw. We mochten oefenen op de boerderij met de versterkers van The Visitor en bovendien hun drummer Bertus lenen. Het succes van dat voorprogramma zorgde voor een aantal hectische jaren met als hoogtepunt het voorprogramma van de Amerikaanse hardcore band Hüsker Dü. Peter was toen al gestopt en vervangen door Robin. We bleven al die jaren oefenen op de boerderij, maar hadden inmiddels wel eigen versterkers gekocht.

 

In de pauzes van die oefensessies gingen we altijd brandnetelthee of oploskoffie drinken in de keuken bij Ernst en Arina. Meestal lag er dan een enorme berg wiet op de keukentafel. Ernst verbouwde zijn eigen wiet en was nooit te beroerd om dat te delen. Zijn eigen consumptie kwam zijn creativiteit niet altijd ten goede, hij vond als hij stoned was alles mooi en in die dagen was hij meestal stoned. Er kwam dan geen zinnig woord uit hem. Omdat ik geen matig mens ben, deed ik vaak met hem mee, vond ook alles mooi en ook uit mij kwam alleen onzin.

 

Toen Arina hem verliet herpakte Ernst zich, keerde terug naar zijn folk-roots en zong onder andere liederen van Bob Dylan in het Fries. De boerderij werd een veilige haven voor veel drop-outs en menig Friese band kwam er oefenen of opnemen, want er was inmiddels ook een studio gevestigd. Vorig jaar brandde de boerderij tot de grond toe af. Er werd in Sneek een benefiet voor Ernst en zijn compagnon Jan Switters georganiseerd. Ik was niet uitgenodigd om mee te doen. Dat is ook niet zo gek, ik ben immers al meer dan dertig jaar uit die omgeving weg en had ook geen contact meer met Ernst. Bovendien zou ik een optreden als zanger fysiek niet aankunnen.

 

Na die ramp bleek Ernst ook nog maagkanker te hebben en deze week overleed hij. Dat confronteert me weer met de eindigheid. Ernst was immers één van ons. Het doet me wel goed om op sociale media te zien hoe belangrijk hij voor veel mensen is geweest. Dus niet alleen voor mij. Hij was een aanjager, een inspirator, een geweldige zanger en muzikant, een hele aardige vent en hij stond aan de basis van wat in Muziekkrant Oor ooit De Friese Bries genoemd werd.

 

Ernst was belangrijk, Ernst blijft belangrijk. Een mens kan een slechtere erfenis nalaten.

 

© Lammert Voos

 

 

 

Reacties

Populaire posts van deze blog

Nick Cave en ik

  Is dit een essay? Ik weet het niet zo goed. Maar verwacht van mij geen zogenaamd intelligente analyse van zijn teksten en muziek, dat zou speculatie en interpretatie zijn en dus alleen gewichtdoenerige flauwekul. Maar laat ik eerst maar eens beginnen bij het begin.   Ergens begin jaren tachtig hoorde ik op de zolderkamer van mijn vriend Jan Drunk on the Popes Blood, een EP van een Australische band die The Birthday Party heette. Een zware bas stuwde luid krassende feedback gitaren voort, boven dit minimalistische pandemonium schreeuwde, huilde en krijste een maniakale zanger uit die luisterde naar de naam Nick Cave. Ik was verkocht. Die woede, dat was de mijne. De agressie van de band oversteeg die van de punk, ging veel dieper, was veel gevaarlijker en oncontroleerbaarder.   Dat wilde ik dus ook. Ik was ook kwaad op de wereld, op volwassenen, voelde me machteloos in een verwarrende wereld. Dus Jan hanteerde de bas, ik de gitaar en een andere vriend van ons, Peter, drumde. A

Het zal wel loslopen

  Wij wonen vlakbij een groot natuurreservaat, namelijk het Lauwersmeergebied. Naast een vogelparadijs zijn hier reeën, damherten, dassen, vossen, hazen, konijnen, diverse marterachtigen, otters en diverse soorten vlinders, waterjuffers, kleine knaagdieren en andere insecten. Een aantal van de broedvogels alhier staat op de rode lijst. En dan hebben we het nog niet eens over alle zeldzame planten, zoals orchidee en parnassia. Hoewel er een aantal hondenlosloopgebieden zijn, ligt het voor de hand dat   honden hier aangelijnd moeten.   Hoewel ik hondenliefhebber ben, ben ik ook natuurliefhebber en ik zou het dan ook niet in mijn bolle kop halen om mijn honden los te laten lopen. Zo niet De Moderne Toerist. Deze flikkert zijn afval zo van zich af, spuit insecticide tegen muggen, zich niet realiserend dat dit ook ander insecten vermoordt, parkeert camper of auto naar believen, vervuilt het viswater met lood en laat honden overal loslopen en ruimt geen stront. Hij ruimt zijn eigen stron

Mikael en de leeuwenkuil

    Momenteel lees ik Een Adres, de geschiedenis van de joodse onderduik van Michal Citroen. Het meest schokkende van dat boek vind ik nog wel dat de Nederlandse overheid zo braaf de Duitsers behulpzaam was bij het deporteren van de joden. De regering in ballingschap(!) had verordonneerd dat ambtenaren mee moesten werken om de nazi’s niet te provoceren en zich zo veel mogelijk aan de regels te houden. Pas in 1943 kwam er massaal verzet, maar toen waren de meeste joden al afgevoerd naar Sobibor en Auschwitz. Dat kwam omdat de Duitsers Stalingrad en Afrika verloren hadden, arbeidskrachten nodig hadden en plotseling de Nederlanders hun zonen en echtgenoten zagen afgevoerd worden naar Duitsland.   De regering in ballingschap besloot een wet aan te nemen waarin men geen onderscheid meer mocht maken tussen joden en niet-joden, maar ook daar wisten de brave ambtenaren wel raad mee. Joden die terugkeerden uit de kampen werden ‘gewoon’ behandeld en moesten nog belasting betalen over de